De dagen zijn even erg mooi. Niet alleen wat het winterweer betreft, maar ook het gevoel dat we ervan krijgen. We doen wat we moeten doen en genieten daar ook van. (Op het eten koken na, want ik heb weer geen zin of inspiratie.) Dus het is overdag geen geknies achter de pc of lamlendig gedoe zoals tijdens 2 maanden regen en sneeuw.
Ik ga met energie de moestuin in om wat decennia oude ezelmest door de grond te werken met de hak, zwaar maar het knapt ervan op. De bergjes notenboomstronkjes liggen er nog overal en ik sjouw er steeds een paar naar boven. (zeer vermoeiend) Ik vind knoflookplantjes van vorig jaar die ik toen, te laat, vroeg in maart inplantte, wonderwel zijn ze niet verrot, maar hebben ze gewacht tot het juist moment om hun sprietjes in het vergeten hoekje boven de grond uit te steken. Cros loopt me natuurlijk voor de voeten en Aai houdt toezicht vanaf de muur van het barterras. Terwijl Marc bergzand gaat zeven voor een geul achter de schuur (onder de gesnoeide eik) gooi ik een halve kub hazelaarstammetjes vanachter een met bramen begroeid muurtje op de oprit, zodat we dit later netjes op kunnen stapelen. We doen veel op zo'n dag en het blijft een druppel op de gloeiende plaat, maar we wilden toch 'een plekje vinden waar het nooit af is'.
Vanavond heb ik een bijzondere afspraak, niet omdat ik in me up naar Dominique en Michaël ga, maar wel om wat ik daar ga doen. Nu geen wilde ideëen krijgen hoor.
Ik ga daar een privé-lesje SecondLife Interface geven. Michaël wil SecondLife graag gebruiken om zijn Association Nature & Culture op de kaart te zetten, om te netwerken, om de Aveyron te promoten en te onderzoeken of er een goede verbinding te maken is tussen het echte leven en zijn wereld, ook de onze. Om het eerste wat lastige begin voor hem makkelijker te maken is het prettiger om samen achter zijn labtop te duiken. Natuurlijk word ik vergast op een franse maaltijd op een frans tijdstip wat aanvangt tegen een uur of 9.
De rit ernaar toe is bijzonder, ik heb namelijk eigenlijk geen brandende koplampen nodig, de maan is bijna vol en het licht zo sterk dat ik steeds denk in de buurt van een dorpje te zijn, maar ik rij door de het zo beeldende middle of nowhere waar het met bewolking heel erg donker is, het zwarte gat. Het gehuchtje waar ze wonen kent misschien twee of drie flauwe straatlantaarns, dus het blijft even goed uitkijken voor hun huis dat op een hoek beneden aan een heuvel wat verstopt ligt.
Twee kittens kruipen tegen mijn broekspijpen op nadat ik binnenstap en de zwarte labrador denkt ook dat hij een katje is en probeert hetzelfde. Het huis is warm, Michaël heeft een tukje gedaan, dus komt met slaaprimpels de trap af terwijl Dominique me verrast met een glaasje Chivas Regal. We babbelen in het Franglais (altijd makkelijk) en omdat het eten nog niet klaar is zorg ik voor het downloaden van Secondlife in het frans.
Om ongeveer half negen, misschien later, gaan we pas aan tafel. Er wordt een flesje rode wijn voor me geopend, één glaasje in verband met het naar huis rijden. Zij drinken geen rode wijn, maar het smaakt zo lekker bij de eendenfilet met aardappeltjes, sla en brood.
Ik voel me als een visje in de kom van vriendelijke buren. Zij zijn gewoon zichzelf, met nukken en al, gewoon gewoon en ik spreek me erover uit dat we dat bijzonder vinden. Dat ik ook alleen even aan kan wippen, ons allemaal moeten bedienen van Franglais, niet op hoeven te zitten en overdreven hoffelijk hoeven doen of de cultuurverschillen angstvallig in de gaten hoeven houden.
Dit sociale comfort is wederzijds en zo zetten Michaël en ik ons weer aan de interface waar ik hem leer waar welke functies zitten.
Het valt hem allemaal best wel mee en ook Dominique heeft interesse in de architectonische kant van SecondLife. Je kunt er tenslotte bouwen wat je wilt zonder de bekende regels van afmetingen, wetten & regelgeving, materiaalgebruik of locatie. De perencake kan er nog maar net bij en ik vertel over de weblogpost over de 'gâteaux de roi'. Was het nou gâteaux du roi? Ze wil me al gaan verbeteren, maar ik ben haar voor, het is en blijft officieel galette des rois.
Met zeeer goed gevulde buik duiken we om 11 uur nog even achter de labtop voor wat SL-vocabulaire dat onvertaalbaar is en als basis wel belangrijk.
Middernacht kruip ik in de auto, jas vergeten, en de snijdende wind op het plateau gaat dwars door me heen, oh ja, het is nog winters...
Met een fles rode wijn minus 1 glas, duik ik de verlichte duisternis in. Ik prijs mezelf gelukkig bij het niet hebben van een 9 tot 5 baantje, dat ik zomaar door de week dit kan doen.
Pardoes droom ik deze nacht over een toevallige sollicitatie in het midden van uitgestrekte lege Nederlandse mistige polders bij een joviale erg rijke te makkelijke directeur van een jong en los bedrijf in een enorme hal, waar ik zonder gesprek een contract krijg aangeboden van een velletje of 20 dat ik gelijk tekenen moet, nee mag. Het blijkt op loopafstand van het Feyenoord-stadium en treinstation te liggen waar ik C tegen het lijf loop die er ook werkt. Apart!
Ik sta pas om half 10 op, en dat kan zomaar. Wauw!
Ja, dat is weer een mooi kijkje in jouw leven. Geweldig dit comfortabele contact met deze buren, mooi dat je SL met hun kunt delen.
BeantwoordenVerwijderenEn die droom, zoiets had ik onlangs ook: een sollicitatie op een eenzaam bedrijventerrein, een ongelooflijk saaie kantoorklerk waarmee ik het gesprek had en ik voelde me ze gedeprimeerd toen ik daar vandaan fietste. Natuurlijk was ik de enige fietser, dit was een bedrijventerrein met dikke auto's en vrachtwagens. De regen striemde en ik was tot op het bot koud, maar ik moest die baan hebben (vanwege geld), ik werd 's ochtend moe en misselijk wakker. Blij dat het een droom was, maar het bleef akelig scherp op mijn netvlies branden. Raar hè?
Fijne dag Martine, hopelijk is het net als hier een mooie dag om buiten te werken, de zon schijnt! Liefs Roelien