donderdag 27 juni 2013

Donderdagbeleving XXVIII

"De 'knoflook-man' is er deze week weer. Zijn kwaliteits knoflook is zeer bekend en we kennen elkaar inmiddels ook een beetje. Naast hem staat mijn lieve olijven-wijnkoopman. Zo één met een brede snor, alpinopet en flirt-oogjes, waar ik steeds langer een praatje mee kan maken. De knoflook-man is een kerel apart met zijn wel zeer corpulente lijf versus een kleine gestalte. Zijn hoofd lijkt veel te groot op het propperige lijf, zijn gelaatskleur is bijna grijzig en zijn onderkin bijna groter als zijn hoofd. Grijze haren en een stoppelige kin, waar je dus veels te veel van kan zien. Vriendelijk is hij wel en ik wil graag zijn bos met 3 kilo knoflook. Nors is hij zomers, hij heeft een hekel aan de toeristen en passanten die hier niet wonen. Zodra hij weet dat je hier hoort, slaat hij om als een blad aan een boom. Ik krijg de bos voor een tientje, het gescheurde karton eronder verteld dat ze 12 euro kosten. Dat blonde haar doet het hem dus nog goed, of mijn status als 'blijvertje'?" (Uit Casanova)

Vaste prik op de markt was het openbaar omhelzen van Rene, gezeten op een krukje, ingeklemd tussen huifkar met dieselmotor en het tafeltje met knoflook en soms een berg sjalotjes. Luidkeels begroetten we elkaar, lachten we elkaar toe, maakte we een babbeltje, hij en ik. De dikke man in hawaii-overhemden met schakelketting om de nek, stoppelbaard en steevast twee slangetjes in zijn neus die over de grond naar zijn wagen lagen om via de zijdeur de flessen zuurstof te bereiken. Hij kon al jaren niet zonder die zuurstof, longemfyseem. Maar het pakje Gauloises ontbrak nooit in het borstzakje. 's Winters naar zijn familie in Mexico vliegen werd hem steeds lastiger gemaakt, want die zuurstof kocht hij op de zwarte markt, geen verzekering, in geen enkel systeem opgenomen, vogelvrij verklaard. Die flessen mogen niet bij je handbagage, u snapt het al; papieren moet je hebben.
Dat was De Knoflookman die ik iedere herfst gedag zei, vast fijne feestdagen wenste en een gelukkig en gezond nieuw jaar. Pas in juni verscheen hij weer met zijn 'kar' en tafel, flessen ongebakken lucht achterin, tussen bergen modderige knoflook en uitjes. Begin van de winter even het ziekenhuis in, papieren regelen en overwinteren in Mexico bij een gedeelte van zijn familie en anders naar zijn stacaravan aan de Middellandse Zee. 
En dat met knoflook verkopen, niet slecht.

Vanuit mijn ooghoek zag ik vorige week dat zijn zoon er zat. Aan de rand van de markt, een beetje afgezonderd van de rest. Geen tijd om te babbelen met de mooie jongen waar Rene een sport van maakte om ons te koppelen. Ja, Rene zag het helemaal zitten, de blonde Martine en zijn zoon.
Vandaag hoor ik mijn naam als ik even met Robert en Gigi sta te kletsen over Sarko, schrikdraad en het opvoeden van die pluizenoren op hoefjes. Het is 'zoonlief' die vertelt dat hij niet de echte zoon is van Rene, maar een zakelijke zoon aan wie Rene de knoflookbusiness overgeeft. Want ja, Rene is niet meer. Ingeslapen in een ziekenhuisbed ergens tijdens koud en nat februari. Ik condoleer le bon mec en babbelen terwijl natuurlijk ie-de-reen al weet dat Rene drie jaren lang geprobeerd heeft een vrouw te vinden voor de eeuwige vrijbuiter met de diep bruine ogen. Men kijkt quasi nonchalant toe hoe hij het flirten ervan afbrengt en hoe la Batave reageert.

Ik flirt gezellig met hem mee, dan hebben de dorpelingen ook weer wat om over te praten en ik neurie het lied 'De monniken' van Jaap Fisher voor me uit als ik richting forellenman slenter.
Rene, ik zal hem missen, want die bruine ogen kunnen dan wel mooi zijn, ze missen het verhaal van de onbespoten knoflook. Of hij nu sierraden verkoopt, foie gras of pompoenpitten, het is hem om het even.

3 opmerkingen:

  1. volgens mevr van Rooyen kan je die er best bij nemen, wellicht kan ie ook ezels verkopen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. vermoedde al dat je enthousiast zou zijn

    BeantwoordenVerwijderen