zaterdag 12 oktober 2013

De geul in

 De wegen in het noorden van de Aveyron zijn relatief goed te noemen. Er ligt in ieder geval asfalt. 's Winters wordt er meestal wel gestrooid of geschoven. Zo niet? Dan blijf je gewoon thuis. Ook in het donker rijden wordt vermeden gezien de wegen na zonsondergang leeg zijn, een zwart gat die maximaal 40 per uur haalbaar maakt. (Overdag met een droog wegdek is 90 ook best te doen, op de bochten na dan.)
Zo einde van het groeiseizoen moet er nog 1 keer gemaaid worden. Onderweg naar de rommel-inventarisatie bij Mammalou proberen we de nog niet bereden weggetjes en paden en moet ik stoppen bij iedere ruine die Lief spot. Onbekende gebouwen die verlaten lijken resulteren ook in een opdracht tot het gebruik van het ho-ijzer en open hekken die de toegang tot een tunnel in een berg markeren zijn nog een stuk aantrekkelijker voor bunkeraar Marc.
(Bunkeren en bunkeraar zijn komt van zijn vele tochten langs en in de bunker-complexen van de Maginot. Ook ik ben besmet. Alles dat riekt naar ondergronds vind ik lekker ruiken, heeft aantrekkingskracht en maakt een enorm gevoel van sentiment in me los; de eerste maanden met Marc die me van hot naar her sleepte om te onderzoeken of ik hem wel hebben kon met al die eigenaardige interesses. Grotten, (atoom)bunkers, verlaten gebouwen, kelders en ook de tunnels van de EDF een 18 km door de bergen heen.)
Met een afspraak in het vizier om werk te krijgen dat ons juist iets anders dan geld op kan leveren, rijden we langs een betonnen wand in een berg met een open ijzeren hek ervoor. Ho-ijzer! Keren en parkeren.
Vandaag mag ik rijden, want Lief heeft een zwaar hoofd. Ik besef me minder dan 1 seconde dat dat gras daar iets lager lijkt. Een kuil in het gras voor het hek? .... 
Te laat!



Een betonnen afwateringsgeul was mooi verstopt onder grassen en bloemen. Het rechter voorwiel heb ik er keurig in gemanoeuvreerd en kan geen cm meer draaien. Het linker achterwiel zweeft in de lucht, merde! Ik heb een afspraak ja... 
We staan op een smalle D-weg bij een afslag naar een 'lieu dit' en Marc zet er de pas in om hulp te halen. Vrijdag einde van de middag, dat zou wel eens mee kunnen vallen. Ik krijg wonderwel geen uitbrander of een verstoord gezicht. Juist een opgetogen glimlach dat er weer eens wat gebeurd in ons 'zo saaie leven'.

Ik loop hem uiteindelijk maar tegemoet. Lief raapt kastanjes en kan trots melden dat de boer ervoor naar huis komt, om met een trekkertje ons uit de geul te helpen. 
De aangename verschijning in vieze overall past bij de verschijning die Marc bij de blaffende honden verderop aantrof. De Rode is er in 20 seconden uit, langer heeft de reddingsactie niet hoeven duren. En niks een trekker, gewoon met zijn ukkie van een 4x4.
Geloof me, we wonen hier echt afgelegen en zijn de enigen niet. En als je elkaar dan nodig hebt, zijn de afstanden opeens te voet te doen en heeft iedereen een 4x4 of een traktor, zalig!

zondag 6 oktober 2013

Ezeltje zoekje

's Ochtends ga ik, zoals u nu inmiddels wel weet, de ezel zoeken. Dat wordt voor hem steeds leuker, een geweldig spel. Zodra het voorspelbaar wordt, loopt hij een stukje verder of om, reageert niet als ik zijn naam roep, al staat hij nog geen 5 meter van me af, verscholen in de bosjes. Van mij mag hij. Een beetje karakter en initiatief vinden we ook wel leuk. Zolang hij ons 's ochtends niet staat te begluren vanuit de moestuin!
Het brengt me wel iedere dag ochtendgymnastiek en de honden worden degelijk uitgelaten, ik kom nog eens ergens.....



Het Beest! Een heel gelukkig beest. 

Kleine held. teddybeer en moedigste.

 Merlin is een gekke kat, hij die in de pies rolt, staat gewoon op een natte glibberrots in het stuwmeer. Balou doet wat pootje baden aan de kant, Castel zwemt de lange baan, op zoek naar die aalscholver.

U zei 'meekomen'???? Dacht ut niet!

zaterdag 5 oktober 2013

NEE tegen Dumpen


Alpinegeiten

Over dumpen gesproken;
Er lijkt een subcultuur in de internetgeneratie te bestaan die op heel eigen wijze het relationele, soms liefdes-leven leert ontdekken. Deze korte film 'Noah', schetst hier een haarscherp beeld van. Eerlijk is eerlijk, ik vond het bijna schokkend, of heb ik het oog op de tijdsgeest verloren? Of dumpen hetzelfde is als ontvrienden weet ik niet. Dumpen mag van de spellingscontrole, maar ontvrienden is nog niet ter aanvulling in de spellingscontrole update-batch geplaatst.
Over dumpen gesproken;
Sarko is ons spreekwoordelijk geschonken, 'het ezeltje is gedumpt' doet de werkelijkheid meer eer aan. Wij waren er niet klaar voor. De omheining(en) ook niet. Maar a la, hij is helemaal ingeburgerd en draait zijn steentje bij door voor alsnog gewoon ezel te zijn.
Eerlijkheidshalve over dumpen;
Nou moet ik wel eerlijk zijn dat er een passage is op de piste, het bospad richting de bruggen en turbines, die we gekscherend omgedoopt hebben in schoonmoederdumpplek. Uiteraard zonder een specifieke schoonmoeder in gedachten te hebben, alle schoonmoeders dan maar. Alleen geiten zouden het op die helling wel redelijk tot goed doen, geen garanties!

Dromerig en rommelend tutter ik de zaterdag door en verwerk het 3e kwartaal aan administratie voor alle bedrijven en privé. Ook weer achter de kiezen, al het overbodige papierwerk gaat de schouw in. Jammer dat de stank van brandend papier de heerlijke rookgeur van eikenhout teniet doet. De combinatie met een nat geregend herfstbos is sprookjesachtig.
Ik hoor een auto, niet veel later blaft de hond. Bezoek. Van Marcel, de mensenvader van Sarko. Maar eerst zie ik een dier aan een koord. Een geit! Een schitterend mooi licht reebruin monter geitje met mooi gekrulde horentjes en mijn hart maakt een sprong om gelijk naar de bodem van een ravijn te storten. Dat geitje wordt ons ook weer 'gratis' aangeboden, cadeautje!! Nee, tegen het dumpen. Want wij zijn niet klaar voor geitjes. De omheining ook niet en van geiten weten we het zeker; die vreten nog meer dan alles en gaan graag daar waar jij ze niet hebben wilt. Maar zeg maar eens NEE tegen dieren, NEE tegen een dier dat beter gedumpt kan worden.
Goed, het lukte met Sarko. 
Dit 5 maanden jonge gehoornde dametje windt me om haar hoefjes, het prachtige staartje van dit Alpine geitje glanst in de herfstzon. Ik scheld van de merde in de putin en Marc roept al van verre met een brede grijns 'NON Marcel, non non non!!!' Die geit komt er niet in, of op. Ik zeg niets. Al moet het dier even bij Castel in het hok, ik start wel een opvang voor gedumpte dieren.

En ik heb het er al vaak met Sarko over gehad, om te crowdfunden om een maatje voor hem te regelen. Niet dat ezeltje het begrijpt, maar dat maakt me niet uit. De omheining voor hem is nog steeds onvoldoende, we zijn het rondje nog niet rond en het schrikdraadapparaat is gesneuveld na die blikseminslag van wat weken terug. Maar als dit zo doorgaat is een stichting voor zulke dumpdieren in deze regio nog geen eens zo'n slecht idee.
Sarko kijkt lief naar het geitje, dat zachtjes blaat en de ranke zwarte neus tegen die van de ezel houdt. Ik smelt en zeg tegelijk gedag, tegen Marcel die het geitje ook kreeg maar hem ook niet houden kan, en het geitje...
Nee tegen Dumpen was nog nooit zo moeilijk.


Wijnpers te koop


Pas na een jaar na aankoop van ons huis gevonden achterin de stal op de 1e etage, zo'n echte mooie bescheiden wijnpers. Helemaal compleet, geweldig ding. Maar een sta in de weg, hij moet weg. Je brengt zoiets niet naar een déchèterie en zeult het gevaarte ook niet naar een vide de grenier. Op Leboncoin zetten dan maar, het equivalent van Marktplaats in Frankrijk. Beetje hoog inzetten en rustig afwachten. 

Te koop; Wijnpers

hoogte 1.90
buitenmaten 1.05x1.10
diameter pers 0.73






speelbal van mezelf

En zo ben ik al snel een half uur verder en kijk ik nog steeds tegen een blank scherm aan. 
Bij gebrek aan pen en papier als ik in de regen naar de stal loop of dwars door het bos moet afdalen om het ezelkind te zoeken, de zinnen alweer vergeten, neer gedwarreld tussen stervend blad, de goede beeldspraak achter een doorn van een bosroos blijven hangen. Ach helaas, komt wel weer terug, als het relevant genoeg is, als het leuk genoeg is over te schrijven. Inspiratie te over, altijd wel iets...
Maar nee, dat komt dus niet terug. Na bijna 4 weken niet roken is het nog ernstiger gesteld met mijn concentratievermogen dan ervoor. Vandaar ook al die ongelukjes, de herrie, de stilte hier en hoe graag ik thuis wens te blijven, want hier kan ik eindeloos, zelf als een herfstblad, wat rond dwarrelen in de wind, me geen buil vallen aan het verlies van een Franse conversatie die ik niet meer volgen kan of mezelf wakker schudden omdat ik nog 10 kilometer kronkelwegen te gaan heb.
Half opgehangen was die ik een dag later nog altijd in de mand aantref, in het zwembad. (Dat klopt, want daar hangen de waslijnen.) Ik hoorde de ezel roepen, onderweg naar beneden waar het geluid zo ongeveer vandaan kwam, kom ik varkens tegen die ik nog geen goedemorgen gezegd heb. Ik hurk in oude kleer neer en aan beide zijden voel ik een modderige wroetneus die naar vochtige bosgrond ruikt, de wangen worden tegen mijn dijen aangelegd en ze laten zich spontaan op hun zij vallen, oogjes toe en de aai kan dubbel genoten en gedeeld worden. Echt aaibaar zijn varkens niet en zullen ze ook niet worden, al doen ze er wel vreselijk hun best voor.
Maar 'oh ja', ik was op zoek naar Sarko die 's ochtends niet meer bij de goot staat en kans loopt wortel en een uitgebreid goedemorgen mis te lopen. Fase 2 van het hek is dan wel af, maar dat wil niet zeggen dat avontuurlijke dieren genoegen nemen met 'tot aan die rots en niet verder'. Zeker hij niet. Ik leidde hem via de open kant van het terrein één keer naar huis over het stalpad. Precies aan de andere kant van het hek bij de stal, daar waar het gras nog groen is, de bramen en varens nog niet zijn weggevreten door roze biggen, daar tref ik hem iedere ochtend weer aan. Die omweg door het ontoegankelijke bos makkelijker trotserend dan ik, uiteraard. Zonder de nodige concentratie moet ik vaak 2 keer lopen, om zijn halster te halen, want ik krijg hem zonder echt niet weg van dat malse groene spul en jonge essen.
Multi-tasken kan ik even niet, dat was ik ook al zoveel jaren gewoon, net als dat roken. Foetsie, samen met mijn concentratievermogen. En ik kan weer niet anders dan het proberen los te laten. Normaal gaat me dat prima af, soms te makkelijk zelfs. Maar in dit geval valt het me erg zwaar. Dat blad draaiend aan de tak van de boom of reeds onderweg naar de bosgrond, gedragen door de wind, de onrust blijft.
Ik wist het al wel, maar nu komt het extra hard aan; die verslavingsgevoeligheid. Nu heeft Dick Swaab in zijn boek Wij zijn ons brein daar een flink hoofdstuk aan gewijd, ik heb het grondig doorgespit een paar maanden geleden. Ma deed een filosofie-workshop over de vrije wil, gebaseerd op dit boek. Sindsdien ligt de rug ervan me aan te kijken op het nachtkastje. 
Ik ben al heel gelukkig met het bewuste weten, vaak terwijl ik tijdens het koken nog eens een slokje bijschenk. Niet roken laat me ook neigen naar lekker eten, een suikerverslaving al reeds jong het hoofd geboden, het nagels bijten ook bedwongen. Al een eeuwigheid geleden heb ik een overeenkomst gesloten met mijn haat-liefde verhouding met betrekking tot eten en mijn lichaamsgewicht. 
Ik voel me een speelbal van mezelf, want zonder roken val ik terug in oude andere slechte gewoonten. Misschien dat dat de interne herrie verklaard en de stilte hier. Jezelf zo onder de loep krijgen kost een berg aan energie.

zaterdagochtend 01:27 5 oktober
Dat scherm is nu dan wel niet leeg en blanco meer, maar ook dat kostte wat meer dan voorzien. 

woensdag 25 september 2013

Herfst-keek op een week in 2013

Het zal meer zijn dan 1 week, maar genoeg om de titel van de log te rechtvaardigen.  
In het kort; Ik ga zo vaak mogelijk naar het centrum ter (anti-rook)afleiding, sauna, praatje, yoga en stevige sofrologie-sessies-op-maat. Mede dankzij het laatste voel ik mij een gezegend mens met zoveel steun tijdens het niet-roker zijn, getuige de cadeau's, de bemoedigende woorden en steun van Lief die ik niet zie roken, niet ruik en de tabak zo effectief weet te verstoppen dat zelfs ik het niet vinden kan. Dat zegt een hoop, mag u weten. 
Van de een op de andere dag was het herfst na, persen en meten, 2 maanden en 1 week zomer. Schokkend. Opeens de schouw weer aan, sjouwen met kruiwagens hout, dikke truien (Nog niet eens achterin de kast, maar grijpklaar. Wat nou Zuid-Frankrijk?), vallend blad en paddenstoelen snijden. (Nee, die raap of pluk je niet, die snijdt je!) Het was even schrikken. Maar de mist in de ochtenden, de rijp, de witte spinnenwebben, de geur van gevallen populierenblad, eikels die met een tik op het golfplaten schuurdak vallen en soms een zeer geschrokken huisdier, de vochtige koelte die toch een warme nazomerdag aankondigen, ik kan er nog geen genoeg van krijgen. Ook een week regen dat onverdroten uit de hemel bleef vallen als was het zuid Franse zonneschijn. Ach, het hoort erbij.
 
De ochtenden, wonderschoon.


Om 7 uur gaat de wekker. Ik snoezel nog even door tot ik Lief naar buiten hoor gaan om de kippen de vrijheid te schenken en de hond eten te geven. Dan balkt Sarko een keer en weet ik dat hij bij het hek staat voor de ochtendknuffel. Dit gebaseerd op het verorberen van een wortel, uiteraard.
Meestal staan de varkens er ook. Skwierkend, piepend, zeurend, lieve geluidjes maar dwingend. Om eenzelfde reden, een knuffel. Een 'back-rub', 'belly-rub' of krabbel achter de enorme oren. Volhardend zijn ze. Ook als we buiten eten, zijn, doen of even laten; aandacht willen ze. Desnoods beklimmen ze het hek, de hoefjes tegen en in het dunne schapengaas. Uitbreken alleen om maar bij ons te kunnen zijn en niet om de hoek onze gezelligheid auditief te genieten, ze nemen er geen genoegen mee. M&M zijn inmiddels knap genoeg het te negeren, maar dat traject viel niet mee.

Bij de Beesten af!

De lieveling tijdens een ochtendje vrij grazen.

Herfst in de moestuin is oogsttijd. Geen wekpot meer over. Bijna alle verzamelde jampotten vol met verse lekkernijen. De vriezer vol. We kunnen er tegenaan. Maar nog niet klaar met het werk. Voor de ochtendwandeling of rondje grazen even de moestuin in. Met een kat of 3 a 4 in mijn kielzog. Warming-up voor de wandeling met hond(en) en ezel. Het spul speelt met elkaar en de water-bakken, waaronder een oude badkuip. Kostelijk om te zien, maar eerst het dagwerk inventariseren. (Als we eraan toekomen.)



De bandenmuur met boterboontjes en sperciebonen. Rechts de bandentrap, links een 'vlak' met tomaten, prei, boerenkool en eeuwig moes.

                                      
Klein maar fijn; pompoenen. 

                                     
Black Beauty.

Siertabak. Goede afleiding voor bladluis. Een prachtige grote plant waarvan de bladeren enorm zijn en plakken, de witte ranke kelkjes een lieflijk feest. Niet rookbaar!

Veel moeite deed ik dit jaar om wat zonnebloemen groot te brengen. Een onsje of 4 slakkenkorrels erdoor gejaagd en nu uitgebloeid. Op hun eigen manier nog steeds mooi.

Onze logee Balou voor twee weken. De grizzly, beer, doedel, hond, sul en eigenwijs. Ja heus, hij kan beide zijn. Vindt de ezel indrukwekkend en hij dit donkere wezen. Vriendin Robyn die iedere herfst hier wat weken verblijft vindt het meer een Sherlock Holmes... Terecht.

                                                


Verder 2 ongelukjes in 1 week. 
Vrijdag viel ik van de trap. Achteraf spreek ik van geluk, ik had gemakkelijk mijn nek kunnen breken. Door interne en M&M herrie wilde ik de gedraaide hobbittrap oprennen met de meest zachte, warme snoezelsokken die ik heb. Ook de meest gladde glibberdingen die ik ooit aan mijn voeten had. Ik word wakker op de bank met verschrikkelijk veel pijn in mijn hoofd en vooral mijn mond. Stukjes van mijn tanden af en twee lippen die mijn neus kunnen raken, zonder moeite. Het bloed op de vloer onderaan de trap zegt alles. Dit keer is het niet dat van een ongelukkige muis, maar van mij. Ik ben wat suf en erg geschrokken, de sokken in de schouw wachtend op een eerstvolgend haardvuur.
Maandag loop ik net te gehaast naar de keuken waar tegen de kast voor de doorgang een houten krat staat. Mijn kleine teen wil zich erin rammen. Pech, dat krat is twee keer ouder dan die teen en van degelijk hout vervaardigd. Niet een beetje auw, maar heel erg veel... zeer. 's Avonds kan ik niet lopen of staan, klopt de voet, wordt niet dik en ik vermoed een subtiele breuk, ergens in de voet. Dat heb ik weer.
Robyn en Simon zijn er weer sinds een jaar, dus stug blijf ik op, met voet omhoog in een ijspakking. Toch wil ik Sarko welterusten gaan zeggen. Lief zoekt een wandelstok in de schuur. Zo'n echte voor oudjes, waar ze hier bijna allemaal mee lopen, alsof je ze er gratis bij krijgt van de boerenbond als je 60 wordt. De varkens staan ook voor dat hek, ze ontsnappen. Terwijl ik op 1 been knuffel met mijn ezeltje proberen onze vrienden en Lief de varkens zover te krijgen dat ze terug over de goot naar hun stal gaan. 
Maar juist zij hebben uren bij goot & hek staan piepen om erbij te mogen zijn. Nu laten ze zich niets meer vertellen. Sarko en ik hebben de voorstelling van ons leven. Aan de veilige kant voor gevoelige ezeltjes en kapotte voeten. Balou is een tientonner, Castel loopt je net zo goed omver in haar enthousiasme als dat de varkens doen als de zwarte emmer met eten voorbij komt en 3 volwassenen die gebukt achter het roze vlees aanrennen zijn geen aanraders voor tere ziel en voet.
Robyn en Simon gaan pas na de schemering weg. Naar hun optrekje, te voet uiteraard, met het kleinste zaklampje dat ik ooit zag. Ik plof eindelijk in bed met een glas goedkope whiskey, een berg coldpacks om het steeds warm geworden  pack te vervangen en twee pijnstillers. Ik dacht nog; Daar ben ik komende weken wel zoet mee. Niks geen bomenwerk; rust, het stof laten dalen.
's Ochtends sta ik op alsof er niets aan de hand is, pas ik in schoenen, loop ik normaal, ervaar ik wel ergens flauw iets van een beurzig gevoel, maar daar is alles mee gezegd; genezen.
Kijk, vriendschap en liefde!

Herrie

Eerst een log over de herrie. Tergend is het.

Aan de overkant staat een huis. Een kast van een huis. Oud en traditioneel gebouwd, in eigendom van Parijzenaren die er misschien 3 weken per jaar gebruik van maken. Verder niet, want het is hier veel te koud 's winters. En te nat, denken ze. De klimaatverandering zijn ze even vergeten. Waar hier zo'n 50 jaar geleden nog tot eind april een dikke meter sneeuw lag, is het nu prima toeven met winters vrijwel gelijk aan die in Nederland. 
Die Parijzenaren besloten 2 jaar geleden dat er toch maar een zwembad moest komen. Het meer beneden hen is natuurlijk te ver lopen en veel te koud. Ook maar wat bijgebouwen, in traditionele stijl opgetrokken. Moet kunnen toch? En wie heeft daar nou last van? 
Wij dus. Bouwherrie. Enorme kranen, bulldozers, schreeuwende vaklui die we letterlijk kunnen verstaan als ze de daken aan het bedekken zijn met lauze-stenen. Dat ging zo een volle 19 maanden door met als doel om zomer 2013 heerlijk te kunnen plonzen met bijgaande vakantiepretherrie. 
De eerste jaren hier waren we nog niet ontdekt. Wisten alleen de jagers, postbode en Paulus de Boskabouter ons te vinden. Kraaide één van de 5 hanen net zo lang tot zijn kop eraf moest en raakten wij verknocht aan de stilte van de natuur, de spechten en de uilen, een roepend hert met als antwoord een schreeuw van een wild zwijn.
Het is weg mag u weten, al twee jaar lang zijn we hiervan verstoken. 
De bouwherrie hield op eind mei, dachten we.

Prochain; 
Het maken van de weg, die met de landverzakking wegspoelde april vorig jaar. Het conflict tussen le Conseil en de EDF beslecht wie o wie het moet gaan bekostigen. DoubleDutch dan maar. In juni zijn de werkzaamheden gestart, de andere 'schuin aan de overkant' dan die vermaledijde Parijzenaars met hun arrogantie dat 'het maar domme boeren zijn, jammer van het platteland'. (Laten wij domme boeren nou eenzelfde soort overtuiging hebben,maar dan net andersom!)
In een kloof als deze weerkaatst ieder geluid, vaak een schitterende loepzuivere echo. De benodigde mega- en supermachines die ze hier gebruiken om een berghelling zo te manipuleren dat er weer asfalt gelegd kan worden, maken een dito geluid. Dat zijn de draaiende motoren alleen, die vroeg in de ochtend stationair warm mogen draaien. De tientonners die rotsen en stenen aanvoeren doen er een schep bovenop. Ze kieperen zichzelf leeg om de inhoud het ravijn in te laten donderen. Nee, ik heb er geen nette woorden voor. 
Het is net oorlog, een explosie, of nee, het geluid van net na de knal. Een instortend gebouw, een opgeblazen berg.
Tenen krommen zich, adrenaline schiet door mijn systeem, het geluid probeer ik te plaatsen. Hier falen we in, allebei. Want het is geen oorlog en het komt telkens onverwacht als variatie op die draaiende motoren.
Dit gaat van maandagochtend 8 uur door tot vrijdagmiddag 4 uur. Jaja, ze mogen vrijdagmiddag eerder stoppen! En als u denkt dat ze de lange maand augustus vakantie hadden, help ik u uit de droom. De stilte bedroeg 8 dagen, werkdagen welteverstaan. 
Ze voorspellen dat ze tot eind oktober dit jaar nodig hebben. Los van het asfalteren, dat kost een dag of twee.

We maken samen ook herrie, omdat we Durven, omdat het Kan. Een 'quitting-quitter' en een volhardende niet-roker die geïsoleerd elkaar het leven zuur maken, in liefde. We willen zo graag. Samen; oogsten, werken, de herrie aan de overkant dealen, leven en rusten. Maar voorlopig is er herrie, veel herrie. Om tijdens de weekenden bij te komen, overweldigd te worden door het gebrek aan herrie. Met pijn achter de ogen te moeten constateren dat we niet meer tegen herrie kunnen. Onnatuurlijke geluiden, machines, verstoring van een delicaat evenwicht. Het maakt er de interne herrie, waar we al onder leden sinds Goldmann-Sachs besloot de boel te besodemieteren, niet minder om.