Voor zover ze nog krachtig is beantwoord Simone mijn omhelzing. Ik op mijn hurken naast de logge senioren fauteuil, zij ligt achterover hellend, een dekentje over de benen, pluizige pantoffels eronderuit, bungelend boven de grond.
Papi ligt na het middageten in foetus-houding op de kleine bank net voor de schouw. Die brandt al jaren niet meer, zelfs `s winters niet, wankele oude van dagen kunnen het vuur niet meer bijbenen of de baas blijven. Hij slaapt, half, soms niet, meestal wel en licht. Hij eet nog wel eens wat, geholpen door Simone die ook wel weet dat hij eerder gaat dan zij, stiekem hoopt ze van niet, wil ze die scheiding in het leven niet meemaken, want wat papi zich nog bewust is is twijfelachtig.
Hij stopte een paar jaar geleden met praten. Grommen en onverstaanbaar mompelen bleef over. Wat maanden geleden een bizarre opleving. Liep met enkel een stok van bed naar keuken en toilet en terug, een verhoogde interesse in iedereen die op bezoek kwam, in mij als huishoudelijke ondersteuner dus ook. Hoe het met de dieren is, ze bij name noemend voor zover ze namen hebben. Vrolijk, met open ogen, zijn stem luid, hij is een beetje doof, bewonder ik zijn lokale accent van het Patois, onverstaanbaar terwijl het normaliter juist goed te verstaan is, ik ben gewend aan de articulatie van de r, mits rollend als Rotterdams.
Zijn vragen in het gezelschap van zijn 3 ongetrouwde kinderen die ook nog in de kleine boerenwoning huizen geneert me wat. Ik kan geen antwoord geven, als hij ze überhaupt kan horen zonder gehoorapparaatje, ik woon niet meer daar, zie de beestjes niet, vertrouw erop dat alles goed gaat daar middels een update af en toe. De zoons lachen, bewust van het ook voor hen niet altijd verstaanbare gebabbel en uitroepen die soms ook decennia terug gaan.
Ik kniel ook naast de canapé om papi zijn kussen te geven alsof hij bon ton is, blijf een minuutje plakken, zeg hem dat het met ezeltjes Ollie & Sarko alles goed is, de oogst uit de tuin weer een hoorn des overvloeds, de sangliers nog op het bospad af en toe. Of dit waar is, geen idee, maar tis zoals altijd, voor nu, voor papi.
Ik aai over zijn bol en zie of hoor eventjes niets anders dan hij en mij, mooi moment, want wie weet dat hij volgende week toch toegeeft. Zijn hart dan, de rest wil al lang niet meer, maar het blijft kloppen, geeft zuurstof, vraagt om water en wat voedsel en extra zorg. Hij gaat sinds een week niet graag meer naar bed na de lunch, daar is hij alleen in de schemer van de luiken en de glasgordijnen, alleen het super-deluxe-air-matras maakt geluid in verband met de pomp. Hoort ie toch niet, maar voelt het ding wel via het matras.
Vijf jaar geleden was dit de slaapkamer van hen beide, Simone & papi. Nog zelf de eieren rapen, de postbode tegemoet lopen, wat wieden en oogsten in de moestuin op het nabijgelegen erf, ommuurd, dat wel. Tussen de eenden door, de kalkoenen en kippen in hun ruime ren met als kippenhok de sécadou, een drooghuisje voor kastanjes. De tamme kastanjebomen die nog over zijn, zijn verwilderd en geven geen mooie `marrons` meer. De Limousin kalveren bekijken, zo vertrouwd met hem, toen ik eens meeliep bleken ze schuwer. Wat een prachtdieren zijn het!
Ik werk nu 5 jaar voor deze familie, waarvan de 3 van de 10 kinderen ongetrouwd zijn en dus thuis wonen. In het begin werd iedere beweging van mij gezien door Simone, wantrouwen, de minuten dat ik werkte bijna tellend, achteraf gezien bleek ze de minuten net zo snel vergeten als geteld. Maar dat wist ik toen niet. De ongetrouwde dochter heb ik jaren het IJskonijn genoemd. Geen doorkomen aan, zakelijk, afstandelijk, ook druk met studeren om het hogerop te zoeken in de verpleegkunde. Huishoudelijk is ze niet, de 2 broers zijn boers. Via het arbeidsbureau vinden ze me begin herfst 2012.
Leek met betrekking tot het huishoudelijk vocabulaire drong ik in de kern door van een traditioneel, arm -toch wel- boeren gezin met vader, moeder, twee zoons en één dochter, jongste bewoner tegen de vijftig. Het hangt tegen Franse rednecks aan, maar dat zou getuigen van gebrek aan respect voor een stuk `oer` van het Franse volk. Uiterlijke schijn bedriegt.
Veel gezinsdrama mee mogen beleven hielp mee een bijzondere band te scheppen met deze familie, ik kon de hand schudden van de overige 7 uitgevlogen kinderen. Ik bleef structureel de maandagmiddag komen, kocht een klein schriftje met ringband voor de overdracht met IJskonijn en mij over het werk. Elke week hetzelfde, een verandering alleen toen papi terug uit een lang verblijf in het ziekenhuis, op een zeer schoon gemaakte kamer terecht kwam in een speciaal bed voor intensieve zorg. Simone verhuisde naar de achterkamer, de drogende ham verdrijvend naar een gesloten schuurtje. Net als fruit en andere voorraden, even passen en meten.
Mijn routine veranderd, ik ruil al jaren een half uur werk in voor hooi & stro voor de beestjes, maar de `ziekenhuiskamer` erbij en wat mentale zorg, want ook Simone krijgt een lichte toeval en zorgt voor extra aandacht.
Dus knuffel ik haar, waar de `kinderen` bij zijn, fluister haar hetzelfde toe als ik hardop zou doen. Zij ziet iets tegemoet zoals ik ook voor het eerst zal meemaken. Zo dicht-op kwam de dood voor mij nog nooit. Het gebeurt hier, nog niet nu, afwachtend, net als zij. Serieus maar ontspannen doe ik mijn werk, voor de zoveelste keer sinds vijf jaren.
Eén van de drie families waar ik werk, die eigen worden op de een of andere manier. Te koesteren in een leven op mezelf, een verlies verzachtend, troostend als wat familie ook kan zijn.
ontroerend zoveel rijkdom door jouw beleving en gave van verwoorden, ik ben erbij, ruik, proef en zie alles met een vertederde glimlach
BeantwoordenVerwijderen