dinsdag 18 november 2014

de huismussin



Er was geen tijd meer voor verwondering.
Geen ruimte meer te luisteren naar het musje in mij.
Dat vogeltje dat boven de velden leeft en ook graag een graantje meepikt tussen de nesten van mensen. Dat vrije diertje dat te gewoontjes is om in een kooi te stoppen. Ook geen indrukwekkende zang, hooguit het zomers tsjilpen wat al snel een storende kakofonie oplevert.
In de gorges tussen de altijd grillige tamme kastanjes, de wijze eiken en sappige esdoorns voelen mussen zich nou eenmaal niet zo thuis. Dat kan ook door de katten komen, maar mussen zijn geen lafbekken en ander gevogelte is in grote getale aanwezig.
Nee, hier dan. Hier nemen ze er de tijd voor. De groep mussen zitten op het hek van het balkon op afstand te kijken naar hoe de pimpelmeesjes de kastanjes uit het vuur halen. Het zijn de kleine blauwpetjes die als eerste schichtig op het hekje in de vensterbank naar mij gaan zitten gluren of het veilig genoeg is met een korte snoekduik een stukje brood te schaken. Ze laten ook de koolmezen en vinkjes voor gaan. Pas dan komt de eerste volwassen mussin een kruimel halen. Dit alles onder half toeziend oog van het tiental tortelduiven die in de kersenboom hun toilet maken en een dutje doen. Alerter is de rest van de mussen.
Mooi vet en rond zijn de vogels. Ook de katten en honden lijken extra dik in hun vacht te kruipen. Dat belooft een strenge winter. Het vogels van broodkruimels voorzien en daar in alle rust naar kijken doet me herbeleven dat ik vroeger een vogeltje wilde worden als antwoord op FAQ-vraag aan kinderen; Wat wil je later worden? Een musje, bij voorkeur. 
Met een ons dropjes van de DA zat ik dan op woensdagmiddag met mijn moeder op de bank. Kletsen, tutten, de dikste vriendinnetjes. 
'En waarom wil je dan een musje worden Tien?'
'Dan kan ik iedere dag bij jou op bezoek komen, om kruimeltjes en andere lekkernijen te snoepen, elke dag.' Dit altijd gevolgd door de brede lach waar ik mee geboren ben.
Die lach lijkt me te vergaan als ik aan de verwondering voorbij ga. Aan de innerlijke vrijheid die tijdloos Zijn nou eenmaal met zich meedraagt.
Afgelopen dagen wat van me af geschud, eruit geslapen, los gewoeld, toegegeven, tot me genomen. Wanneer ik het toeliet en hoe ik het toeliet.
Dit musje doet dan kleine ontdekkingen die geen onrust zaaien. Niet naar buiten en niet naar binnen. Het uiterlijk misschien kleurloze wezen dat zich pas enig voelt te midden van de vlucht.
Tijd en ruimte voor een brede birds view.
Tijd voor de verwondering, de droom die zich in de werkelijkheid herhaalt.
Tijd om de huismus te zijn, die eerste mussin die het waagde om het brood van de vensterbank te pikken.

4 opmerkingen:

  1. Hou die bridsview Tien, koester die verwondering zolang als je kunt, snaai die kruimel brood weg. Maar wees vooral die huismus met vleugels die tot voorbij de einder reiken, daar waar die andere broodkruimels te vinden zijn. https://www.youtube.com/watch?v=rAR6XKHfXY0 Bises, Renée

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. die einder is eng, mussin vliegt daar zonder de vertrouwde vlucht... maar honger maakt rouwe bonen zoet!

      Verwijderen
  2. Ik ben er nog niet achter hoe je aan de buitenkant een mannetje van een vrouwtje kunt onderscheiden bij huismussen.
    Maar de ongedwongenheid waarmee huismussen hun kruimels verzamelen bekijk ik graag!
    Net als jij zou ik ook wel willen meedoen.
    Vogelvriendelijke groet,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. in tegenstelling tot bij mensen hebben de mannetjesmussen een meer geprononceerd verenkleed, zijn dus 'mooier', minder gecamoufleerd. google maar eens op afbeeldingen, dan zie je het voortaan gelijk :-)

      Verwijderen