Ze hebben op het laatste moment katten-oppas kunnen regelen. Viavia voel ik me de haas en de heer des huizes is de koe. Te laat naar bed resulteerde in een ‘te moe’ om de 1000km naar het Vlaamse land te rijden. De katten, 7 stuks, zijn van slag door het extreme weer en deze vreemde in huis,de modem heeft uiteraard de geest gegeven door het onweer, de kelder staat erger dan blank en samen moeten ze naar 1 van hun huizen, want ook daar stroomt het water binnen de trappen af. Op kaplaarzen met een dompelpomp richting de stad die voor een groot deel is afgesloten, want het staat ook daar blank, vele straten zijn afgesloten, alle grote supermarkten in het buitengebied zijn dicht en de meters vertellen hen later dat er in een paar uur meer dan 20 cm water uit de lucht kwam.
Een keer per jaar kunnen ze er een weekje tussenuit om eventjes bij de familie en vrienden te zijn. Mits ze oppas hebben voor hun verwende kattenbende, wat jonge kipjes en een buitenhond. Aanwonend moeder wordt te oud om al die zorgen op zich te nemen.
Het vertrek krijgt een dag uitstel en ik zit even te verwerken in welke situatie ik nu weer beland ben door mijn soms zo ‘spontane’ invallen en of het te snel ja zeggen. Vandaar dat ik een 20 emmers water opschep terwijl zij hun huurders uit het water proberen te redden. Tijdens 5 minuten droog ga ik op kaplaarzen even naar de buitenmuur van de kelder kijken. Het is dermate licht opeens dat ik moet knijpen met mijn ogen, zwaar bewolkt en dan toch verlangen naar je vergeten zonnebril.
Een nog te bevestigen dakgoot ligt met afschot richting kelder, de muur begroeit met bramen en hedera. Maar ondanks dit euvel, ik ga direct aan de slag om de muur wat schoon te maken, is er tegen deze buien met hagel niets te doen.
De wind
blijft onverminderd beuken op de muren, de hagel voegt een geluid toe aan het
striemen van de regen op de ramen die toch een 40 cm verdiept liggen door de
dikke muren. Donder en bliksem lijken te kibbelen en het stel is na 3 uur nog
steeds bezig een huis leeg te pompen en helpen dweilen. Moeten zich ook wel
raar voelen hoe ik op hun pad kwam, dat ik er opeens ook op de stoep sta en de
vakantie die toch door kon gaan, in het regenwater valt, terwijl hun net goed ontmoette
oppas nu hun keldervloer probeert minder nat te krijgen.
Ik heb al
geopperd samen ‘even’ de begroeiing van de muur te halen bij de muur die het
ergst lekt, en provisorisch een geul te graven en of de al klaar liggende
dakgoot te monteren. Maar de huurder in nood heeft prioriteit. Logisch, het is
het inkomen om überhaupt regengoten van te kunnen kopen.
Dit
weer is opgegeven tot einde van het weekend. Het wordt een (verzekeringstechnisch)
drama als er niet snel gehandeld wordt.
Ik
start dan toch maar zonder zonnebril aan het vrijmaken van de muur en het even
recht leggen van die afvoergoot. Daarna krijg ik wonderwel de plassen uit de
kelder. Maar echt veel helpt het niet. De volgende bui die ontzag afdwingt
barst los en een windstoot neemt een plaat van de zwembadoverkapping mee. Later
vinden we die verderop onder het huis op een helling.
Eindelijk
komen ze thuis, twee verzopen katten op 2 benen, koud en moe. Het is een wat
onwennige situatie, jammer dat hun weekje niet door kan gaan, machteloos zien
hoe de kelder vol blijft stromen (het huis staat gelukkig bovenaan de gemeente,
anders was het drama niet te overzien geweest) en dan ook nog weten dat je de
verzekering moet gaan inschakelen en uiteraard achterin de lange rij aan mag
sluiten.
Er
springt ook nog een zekering kapot bij moeders. Tegen de schemering vertrekt hij
om die te gaan kopen en neemt me mee om nog wat van het stadje te zien. Het
komt neer op ramptoerisme. De stad is afgesloten, de rivier de Orb is een 20
keer breder, putdeksels worden omhoog gedrukt en liggen er hier en daar
verlaten bij. Platen asfalt raken los en lijken als drijfhout aan te spoelen.
Dat drijfhout tref ik de dag later op de vlakke wegen aan. Brandweer en politie
sluiten de stad af. In het buitengebied zijn alle winkels aan de kant van de rivier
gesloten. Het pand van de Netto is omringd door een bruine watermassa, de
grotere supermarkten zijn ook dicht. Ook de pers blijft niet ongezien.
Een
kleine elektronicazaak heeft nog wel een zekering en dan toch zo snel mogelijk
naar huis waar we het gedrieën maar opgeven om die kelder droog te maken. Ik
word getrakteerd op zelf gebakken pizza en we keuvelen tot het half 3 is.
De
nacht blijft het rustig. Stilte voor storm numero 2.
Omdat
de modem nu echt kapot is door de vele stroomstoringen en het onweer dat twee
lange dagen en nachten aanhield en ik hen ook even tijd gun bij te komen van de
toch zware vrijdag, rijd naar de kust. Ik wilde graag de zee zien, nog voor ik
vertrok, nog voor het noodweer alle plannen van de inwoners hier dwarsboomde.
Maar alle wegen richting la plage zijn afgesloten. Een karrenspoor schiet ik in
en rijd tegen het kanaal midi aan. Een soort van botenhelling gaat gelijk over
in het pad en de Blauwe ploegt zich door een steeds dieper water. Gelukkig kan
het ding veel aan en ook nog keren op een ruig wat hoger gelegen terreintje. Ik
stap uit, maak een foto van het kanaal met daarachter velden die nu doorgaan
voor een bruine binnenzee.
Ik rijd
maar door naar Beziers waar ik een broodje hap en even internet in het Polygone
op het randje van een vijver met Koi-karpers. Naast de winkel van Orange, kan
niet mis gaan. Na het broodje moet ik me gaan haasten. Het begint weer te
regenen, zal vroeg donker zijn, een stad kent een spitstijd en die Blauwe voelt
zich er nooit zo thuis. (lees; vind een parkeerplek)
Ik
blijf nog eventjes. Het is warm en gezellig bij deze kattenminners. Goed toeven
bij de Vlaamschen.
Wat een noodweer ook bij jou. In het nieuws hier heb ik gelezen over Zuid Frankrijk en hoopte dat je gespaard mocht worden. Sterkte en ook mooi avontuur gewenst! Grote broer
BeantwoordenVerwijderenTjonge, jonge wat een nat verhaal!
BeantwoordenVerwijderenSterkte met het opdrogen.
Bemoedigende groet,