dinsdag 12 augustus 2014

Valonne

Met een rijstevlaai ruim besmeerd met slagroom, gedecoreerd met geschaafde chocolade in 2 kleuren op de bijrijdersstoel van de Rode vertrek ik vrijdagmiddag wat later naar mijn strijkuur en stofzuigfeest in het kasteeldorpje. Het is eindelijk even droog tussen de zware onweersbuien door. Halverwege het bospad zie ik een klein hondje zigzag voor de auto uit rennen. Een ronde rug, geen staart. Die bleek tussen de poten krampachtig krom te willen groeien, terug naar binnen. 
Ik zet de auto stil en laat de motor draaien, stap uit en probeer het dier een stukje verderop op mijn hurken te lokken. Het beestje is ontzettend smerig, nat en is meer rasta-plukkerig dan dat het een vacht heeft. Het hinkt. Het zal een doorn zijn in 1 van de pootjes. Maar na een snuf en lik aan mijn hand loopt het weer wat meters van me vandaan. Ik geef het op het dier zo te lokken dat ik het de auto in kan tillen. Dat strijken kan wachten, eerst dit scharminkel. Helaas.
Ik hoop op Marc die de tocht te voet aflegt wat uren daarna voor de vergadering in het dorp. Maar die neemt het voetpad omhoog. Het verdwaalde dier zal dus nog verder het bospad af moeten struinen om hem daar toevallig te treffen 2 uur later. Ik laat het los. Ik kan niet alle dieren redden. Geen halsband is geen telefoonnummer is geen baasje-binnen-bereik.
Na het poetsen loop ik met de taart naar het huis met de grote kamer met het hoge plafond. Daar waar ik 35 handen mag schudden en een dubbel aantal wangen mag kussen. Iedereen is altijd uitermate vriendelijk. We horen er hier echt bij. Marc heeft Castel meegenomen, want lopend het terrein af betekent WANDELEN!! Onze hond zouden we dan op moeten sluiten om haar duidelijk te maken dat ze niet mee mag. Dat is als straf, verdient ze nooit. Bijna nooit. 
Ik zie gelijk dat vieze scharminkel rond haar heen rennen. Castel scharrelt tussen de mensen door om zoveel mogelijk liefkozingen te incasseren. Iedereen kent haar, vindt haar lief en mooi bovendien. Maar dat vieze hondje met haar klitten, daar moet men weinig van hebben. Niemand heeft het dier ooit gezien. Zonder dat ik het weet heeft Marc al her en der laten vallen dat 'we' haar meenemen als ze na de bijeenkomst nog steeds in het dorp is.
Maar helaas voor hem (ik zie een 2e hond in principe niet zitten, al was het alleen maar om de zorg en de kosten), ze is verdwenen. Samen rijden we naar huis, Castel in de bak achterin.
De dag erop hebben we de Kluizenaar op bezoek en is vriend Paul gearriveerd. Ik ga een boodschap doen die 30 minuten rijden verderop. Tijdens het op de korte band plaatsen van wat eten gaat mijn mobieltje rinkelen. Nu heeft maar een handvol mensen mijn nummer, ik gebruik de prepaid uit het jaar nul enkel voor noodgevallen. Jeanet belt. Dame op leeftijd, altijd in de meest schattige boetiekkledij, getrouwd met een Schot en een paar maanden per jaar woonachtig in het kasteeldorp, dik onder de gezichtsverf afgemaakt met een coupe a la Sinead O'Conner.
'Dat hondje loopt hier weer. We hebben het even bij Jean-Jacques geparkeerd op het terras, Marc wil het hebben? Kun je het komen halen?'
Welja....
Dus race ik naar het dorp en word door een man of 15 opgewacht, krijg een blik hondenvoer in de armen gedrukt en een halsband voor een kat. Jeanet loopt mee naar de auto samen met de gulle geefster van het blik; mijn werkgeefster aldaar. Ik plant het bange dier zonder ondergewicht op de bijrijdersstoel waar ik het vastklink aan de klip van de gordel. Thuis is het rustig, Marc is met de Kluizenaar bij de stal aan de slag.
Castel lijkt het maar zo zo te vinden, een aandachteter erbij. Het vieze mormel wordt getolereerd.
Aan een lange lijn leg ik het vast. Eerst maar eens tot rust komen.


Marc vindt het geweldig dat ze er is. Ik ben nog niet zeker van deze zaak op pootjes. Een vriendin voor Castel zou leuk zijn, ze is al 5 jaren bij ons alleen, als hond. Ziet de katten in en uit lopen, de ezels en varkens elkaar hebben en een stel kippen lekker tokken met elkaar. Zij is alleen. Nu ja, was.

Marc laat haar liever vrij, los lopen en zelf bepalen of ze blijven wil. Gezonde insteek, maar ik ben voorzichtig in het investeren. In het me hechten aan iemand of iets die ook zo weer uit mijn leven kan lopen. (Ik heb mijn les tenslotte geleerd zomer 2012.) Jeanet staat met een zak luxe hondenbrokjes op het terrein. Dit ter ondersteuning. Het liefst heeft ze zelf ook dieren, maar ze durft het niet aan. Vraagt of we haar al een naam hebben gegeven. Zij vindt Valonne mooi. Het bekt wat te zacht, maar wat is er mis mee? De bijnaam Puk vinden Yvonne en ik ook erg leuk, maar voorlopig is het naamloos, want of het een vrouwtje is weten we niet zeker. (En stel dat ze wel gechipt is, dan mag ze terug naar de eigenaar.)

De eerste nacht slaapt ze buiten op het terras en begroet me met enthousiasme, zij het nog wel wat bang. De rug nog rond en geen zichtbare staart. Ik knip deze zondag vast wat klitten uit haar vacht. Ik wacht tot de kinderen van Paul arriveren. Dochter Yvonne is een dierenvriend en wil haar vast wel wassen, knippen, knuffelen, borstelen. Ondanks wat vlooienbeten, want daar zit het diertje vol mee. Teken wurmen we uit haar kop en hals, voorzichtig vermijden we de kale plekken op de poten. De klitten die ze er zelf uit knabbelde lieten die plekken achter.
Ze heeft mooie witte tandjes, is speels, wil zo graag op haar gemak zijn en blijft op gepaste afstand van alles dat leeft. Alleen eigent ze zich wel een bescheiden hoekje op het terras toe, onder de varens.
Jeanet laat een berichtje achter. Of we haar echt willen houden?
Ze huppelt met ieder mens mee, maar blijft wel op het terrein. Ze wil spelen met de katten. 'Noooo way!!!' lijken die te denken. We wassen haar. Yvonne houdt haar vast aan een halsband, ik smeer het met moeite natgemaakte hoopje vies onder de biologische douchegel met camille en sop het goed in. Het trieste hoopje bibbert en is weer bang. Even doorbijten.
Met kortgeknipt lijf en een schone vacht, opgedroogd en al, blijkt het heel gelukkig bevrijd te zijn van klitten en weer enigszins een vacht te hebben die isoleert. Er blijkt warempel toch een kwispelreflex.

Maandag.
Yvonne en broer Niels willen beide mee naar de dierenarts. Voor het plezier mogen we in pa's Landrover Defender. De Groene '130' rijdt heerlijk, hondje ligt voorin tussen Yvonne's voeten en lijkt het best te vinden. Maar haar naar binnen krijgen bij de dierenarts is andere koek. Doodsbenauwd, want het heeft blijkbaar nog nooit ergens naar binnen gemogen. (Ideaal, want Castel mag bij ons ook echt niet naar binnen.)
Later meer begrip hiervoor. Valonne blijkt nog geen jaar oud. Blijkt toch echt al wat maanden gezworven te hebben gezien de staat van haar vacht, geen chip, geen tattoeage, geen halsband, de vlooien, de honger en het weggetrapt zijn bij elke poging die ze toch gedaan moet hebben bescherming te zoeken bij mensen.
Ik moet toegeven, zo'n haast schurfterig vies dier van onbestemd ras laat je niet op je bank jumpen om met de kop op schoot voetbal te kijken, laten we eerlijk zijn.
Valonne is gezond, 14 kilo, heeft iets van het ras Griffon over zich. Ik laat haar ontwormen en koop toch anti-vlooien spray. Ook voor Castel en de katten, want vlooien springen, zoals u weet!
Ook Yvonne heeft wat beten, die haalt haar schouders op. Weer thuis wordt Valonne door iedereen hartelijk onthaalt en geaaid en krijgt ze heel veel aandacht van iedereen.
Dat ruggetje wordt al rechter, de staart zichtbaar en kwispelt bij het minste geringste teken van aandacht voor haar alleen. Langzaam begint er al iets te dagen dat ze Valonne heet. Slim is ze, maar ook getraumatiseerd. Iedere ochtend is het toch nog even die staart die verdwijnt en de afstand met Castel en mensen die ze voorzichtig overbrugt.
 Na de schemering horen we geritsel en gedoe. Castel en Valonne ravotten. Pas nu gaat mijn hart volledig open voor de deels aanloper. Dit gaat zo goed komen.

Een speelmakker voor Castel, helemaal echt. Marc in zijn nopjes dat een 2e hondje zo vanzelf ging. De kinderen van Paul een extraatje bovenop de al aanwezige dieren. Een extra band met alle inwoners van het dorp met een soort van niet vastgelegd sponsor-contract. Want hulp wordt aangeboden, oppas wordt aangeboden en een brokjes-donatie aan huis gebracht.



5 opmerkingen:

  1. Martine, wat een leuk diertje. Volgens mij is het een Griffon Korthals (ja sorry, rare naam maar zo heten ze nu eenmaal) die zie je hier veel. Hotel du Nord/Flo Bar in St. Amans heeft ook een jonkie van net 1 jaar. Staat in de zaak in een soort van grote box. Succes ermee, José

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wilde haar bijna Trouvée noemen ;-)
      Gaat al heel goed met Valonne. Ze eten samen uit 1 bak, Castel is niet zo jaloers meer als we de kleine aandacht geven. Alleen de ezels.... Daar moest ze eerst een trap van krijgen om haar plaats te kennen.

      Verwijderen
    2. En ja, het is een Griffon-Korthals, grappig, Castel is een BorderCollie-Korthals. Ik vind het nog steeds geen mooie honden, maar wel erg leuk qua gedrag en karakter!

      Verwijderen
  2. Geen mooie honden?? schatten zijn het en lief om te zien. Korthals komt volgens de site overigens van de eerste fokker een Belg, die Korthals heette. Hier in Frankrijk zeggen ze: koertaij, althans zo klinkt het. Trouvée was ook een goede naam geweest maar hou het maar op Vallonne, leuk hoor voor Castel.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. nee José, vind ze echt niet mooi in de zin van 'mijn smaak'. Vind kortharige honden mooier, net als dat ik persische katten niet mooi vind. We hebben wel King of Cats Cros, ook half langharig, mijn oogappel, mijn allessie!! Ik ga voor karakter in (huis)dieren. Maar Castel en Valonne zijn zoo lief, leuk, speels en gehoorzaam, niks geen commentaar op. Ze worden vertroeteld zoals wij hondjes vertroetelen. Voor Castel ben ik blij en voor Valonne nog blijer, zij heeft nu een vrij en veilig thuis waar ze alles krijgt dat ze nodig heeft!

      Verwijderen